Persbericht van het advocatenkantoor Meijering Van Kleef Ficq & Van der Werf Advocaten
Het Openbaar Ministerie te Amsterdam heeft in het persbericht van 4 februari jl. over het verhoor van mr. Meijering als getuige bij de rechter-commissaris de feiten ernstig geweld aangedaan.
Het Openbaar Ministerie stelt dat een advocaat als getuige gehoord kan worden indien hij “aangeeft buiten zijn verschoningsrecht over informatie te beschikken die kan bijdragen aan de oplossing van een zaak”. Deze situatie is echter feitelijk totaal niet aan de orde (geweest) nu mr. Meijering nimmer in de bewuste uitzending van Pauw heeft gesteld buiten zijn verschoningsrecht over relevante informatie te beschikken.
Voorts stelt het Openbaar Ministerie dat mr. Meijering in de uitzending gezegd zou hebben dat hij de bewuste informatie “niet van zijn cliënten had gekregen”.
Ook dit is feitelijk onjuist: Meijering heeft nu juist uitdrukkelijk in het midden gelaten hoe de bewuste informatie bij ons kantoor terecht is gekomen. Wel heeft Meijering gezegd dat de informatie personen betrof die geen cliënt van kantoor waren.
Meijering Van Kleef Ficq & Van der Werf Advocaten betreurt het ten zeerste dat het OM het ontstane publieke debat rondom het beroepsgeheim van advocaten tracht te beslechten door het debiteren van feitelijke onjuistheden.
Voorts kan een en ander als illustratief worden ervaren voor de grote onzorgvuldigheid die het Openbaar Ministerie in deze aan de dag gelegd heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten